Crear actividad
Jugar Test
1. 
Welke ionen zijn verantwoordelijk voor het zuur karakter van een oplossing?
A.
hydroxide ionen
B.
zuurrest ionen
C.
metaal ionen
D.
waterstof ionen
2. 
Schrijf de ionisatie van een zuur, algemeen voorgesteld door HZ; daarin staat Z voor de zuurrest.
A.
HZ <> H + Z
B.
HZ <> H(+) + Z(-)
C.
H + Z <> HZ
D.
H(+) + Z(-) <> HZ
3. 
Welke ionen zijn verantwoordelijk voor het basisch karakter van een oplossing?
A.
hydroxide ionen
B.
zuurrest ionen
C.
metaal ionen
D.
waterstof ionen
4. 
Schrijf de ionisatie van een base, algemeen voorgesteld door MOH.
A.
M(+) + OH(-) <> MOH
B.
MOH <> M + OH
C.
MOH <> M(+) + OH(-)
D.
M + OH <> MOH
5. 
Wat is in het licht van de evenwichtsprocessen een sterk zuur, een sterke base?
A.
Het evenwicht in de reactievergelijking ligt links, weinig dissociatie.
B.
Het evenwicht in de reactievergelijking ligt links, veel dissociatie.
C.
Het evenwicht in de reactievergelijking ligt rechts, weinig dissociatie.
D.
Het evenwicht in de reactievergelijking ligt rechts, veel dissociatie.