Crear actividad
Jugar Test
1. 
Als je de pil gebruikt, moet je altijd een stopweek in acht nemen.
A.
Waar
B.
Niet waar
2. 
De minipil bevat:
A.
progestageen
B.
oestrogeen
C.
progestageen en oestrogeen
3. 
De vaginale ring bevat:
A.
progestageen
B.
oestrogeen
C.
progestageen en oestrogeen
4. 
Het hormonaal spiraal bevat:
A.
progestageen
B.
oestrogeen
C.
progestageen en oestrogeen
D.
geen hormonen
5. 
Wie kan een spiraaltje inbrengen?
A.
Huisarts
B.
De vrouw zelf
C.
Gynaecoloog
D.
De partner van de vrouw
6. 
Natuurlijke anticonceptie bestaat uit een combinatie van verschillende kruidenmengsels.
A.
Waar
B.
Niet waar
7. 
Het vrouwencondoom beschermt ook tegen de meeste seksueel overdraagbare aandoeningen
A.
Waar
B.
Niet waar
8. 
Hoe lang werkt een koperspiraal?
A.
2-3 jaar
B.
3-5 jaar
C.
5-10 jaar
D.
8-12 jaar
9. 
Bij sterilisatie produceert de man geen sperma meer.
A.
Waar
B.
Niet waar
10. 
Een sterilisatie kan ongedaan gemaakt worden.
A.
Waar
B.
Niet waar
11. 
Wat is een andere naam voor de morning-after-pil?
12. 
Om de hoeveel tijd moet je een hormonale pleister vervangen?
A.
28 dagen
B.
14 dagen
C.
7 dagen
D.
dagelijks
13. 
In welk(e) geval(len) werkt de hormoonpleister minder effectief?
A.
Als je moet braken
B.
Als je last hebt van diarree
C.
Als je meer dan 90 kg weegt
D.
Als je geen pleistervrije week in acht neemt
E.
Als je sint-janskruid of bepaalde geneesmiddelen neemt
F.
Als je een douche hebt genomen
14. 
Tot hoe lang na een risicocontact kan een noodspiraaltje worden geplaatst om te kunnen werken?
A.
1 dag
B.
72 uur
C.
3 dagen
D.
5 dagen