2) Quiz Halogeen Deel 2 -9-Versión en línea De leerlingen herhalen alle de onderdelen van de tweede deel van het leerstof over halogeenverlichting. por Mr. Qarolli 1 Wat zijn de voordelen van het gebruiken van halogeenverlichting op netspanning tegenover het gebruiken op zeer lage veiligheidspanning? Kies één of meerdere antwoorden a Halogeenverlichting op netspanning is goedkoper. b Halogeenverlichting op netspanning heeft een langere levensduur. c Halogeenverlichting op netspanning heeft geen transformator nodig. d Halogeenverlichting op netspanning straalt meer licht uit dan halogeenverlichting op ZLVS. e Halogeenverlichting op netspanning werkt op een veiligere spanning. f Halogeenverlichting op netspanning geeft een warmere lichtkleur. 2 Wat zijn de voordelen van het gebruiken vaan een elektronische transformator tegenover het gebruiken van een klassieke transformator ? Kies één of meerdere antwoorden a Ze hebben een zeer goed rendement (90%). b Elektronische transformatoren geven minder warmte af aan de omgeving. c Elektronische transformatoren hebben een langere levensduur. d Elektronische transformatoren zijn kleiner bij een zelfde vermogen. e Elektronische transformatoren hebben een veel lagere inschakelstroom (5xIn) tegonever de grote inschakelstroom van een klassieke transformator (20xIn). f Bij elektronische transformatoren mag de kabel tussen transformator en halogeenlamp zeer lang zijn. 3 Wat zijn de nadelen van het gebruiken van halogeenverlichting op zeer lage veiligheidspanning? Kies één of meerdere antwoorden a Halogeenverlichting op zeer lage veiligheidspanning straalt minder licht uit. b Halogeenverlichting op ZLVS heeft een transformator die de energieverbruik zal verhogen. c Halogeenverlichting op ZLVS zal een grotere doorsnede verwachten van de leidingen van de installatie. Dit komt door de grotere stroom bij lage spanning. d Halogeenverlichting op zeer lage veiligheidspanning heeft een kortere levensduur. 4 Wat zijn de nadelen van elektronische transformatoren tegenover klassieke transformatoren? Kies één of meerdere antwoorden a De halogeenlampen moeten aangesloten worden met een maximale kabellengte van 2m. b De elektronische transformator is duurder. c De elektronische transformator heeft een slechter rendement. d De elektronische transformator maakt meer lawaai. e De elektronische transformator neemt meer plaats in beslag. f De elektronische transformator geeft meer warmte af. 5 Welke soort transformator geeft dit symbool weer? Kies één of meerdere antwoorden a Een scheidingstransformator. b Een beschermingstransformator c Een open veiligheidstransformator. d Een gelsoten veiligheidstransformator. e Een elektronische transformator. 6 Welke soort transformator geeft dit symbool weer? Kies één of meerdere antwoorden a Een scheidingstransformator. b Een beschermingstransformator c Een open veiligheidstransformator. d Een gelsoten veiligheidstransformator. e Een elektronische transformator. 7 Voor wat staat dit symbool? Kies één of meerdere antwoorden a Een scheidingstransformator. b Een beschermingstransformator c Een open veiligheidstransformator. d Een gelsoten veiligheidstransformator. e Een elektronische transformator. 8 Wat is de maximale lengte van de kabel tussen transformator en halogeenlamp bij elektronische transformatoren? Geschreven antwoord 9 Wat is de functie van getorste paren (twisted pair) kabel bij het gebruiken van een elektronische transformator? Kies één of meerdere antwoorden a De getorste paren kabel verzekerd de correcte werking van de halogeenlampen die door elektromagnetische storing verkeerd zouden kunnen werken. b De getorste paren kabel beschermt de installatie tegen brand. c De getorste paren kabel maakt de aansluitingen op de halogeenlampen eenvoudiger. 10 Hoe moeten de beveiliging van de primaire wikkeling van een klassieke transformator worden gekozen bij halogeenverlichting? Kies één of meerdere antwoorden a De waarde van de zekering moet gekozen worden volgens de nominale stroom die door de primaire wikkeling vlooit. b De waarde van de automaat moet gekozen worden volgens het dubbel van de nominale stroom die door de primaire wikkeling vlooit. c De waarde van de automaat moet gekozen worden volgens de nominale stroom die door de primaire wikkeling vlooit. d De waarde van de zekering moet gekozen worden volgens het dubbel van de nominale stroom die door de primaire wikkeling vlooit. 11 Hoe moeten de beveiliging van de secundaire wikkeling van een transformator worden gekozen bij halogeenverlichting op ZLVS? Kies één of meerdere antwoorden a De waarde van de zekering moet twee keer de nominale stroom bedragen. b De waarde van een automaat met een C-uitschakelkarakteristiek moet tweemaal de nominale stroom zijn die door de secundaire wikkeling vloeit. c De waarde van een automaat met een D-uitschakelkarakteristiek moet tweemaal de nominale stroom zijn die door de secundaire wikkeling vloeit. d De waarde van een automaat met een D-uitschakelkarakteristiek moet 1,25 maal de nominale stroom zijn die door de secundaire wikkeling vloeit. e Bij de elektronische transformatoren is een beveiliging op overbelasting en korsluiting meestal elektronische voorzien. 12 Welke soort installatie kan je terug vinden in dit schema? Geschreven antwoord 13 Welke soort installatie kan je terug vinden in dit schema? Geschreven antwoord 14 Welke soort installatie kan je terug vinden in dit schema? Geschreven antwoord 15 Welke installatievorm word het meest aangeraden om de draaddoorsnede van u kabel zo klein mogelijk te houden? Kies één of meerdere antwoorden a Ringinstallatie. b Ster-installatie. c Lijn installatie. d Installatie met één elektronische transformator per lamp. Uitleg 5 Een transformator kan zowel niet korsluitvast zijn als van het veiligheidstype zijn. Bij deze type wordt de dubbel issolatie van een beschermingstransformator ook geintegreerd. 8 de maximale lengte bij een elektronische transformator is 2m. De fabrikant kan geen corecte werking van de halogeenlamp garanderen indien deze lengte wordt overschreden. 12 De lampen zijn in een lus met elkaar verbonden. De transformator wordt met twee lampen verbonden zodat de stroom vanaf het begin de stroom zich zal splitsen. Dankzij deze manier van aansluit zal de draaddoorsnede kleiner zijn. 13 Bij deze opstelling worden de lampen achter elkaar verbonden. Er wordt elke keer een aftaking gemaakt na elke lamp. De lampen staan achter elkaar in een vorm van een lijn. Aangezien de totale stroom door de eerste lamp gaat krijgen de bekabeling een extra grote doorsnede. 14 Aangezien er gebruik gemaakt worden van een aftaking om de lampen aan elkaar te verbinden krijgt deze installatie vaak een T- of een ster vorm. De totale stroom vloeit tot aan de knooppunten in de afdakdoos. Vaak word er tot daar rekening gehouden om de draaddoorsnede van de installatie te bepalen. Aangezien de stroom zich dan verdeelt, zal de draaddoorsnede meestal voldoende zijn om de deelstroom naar de laamp aan te kunnen. 15 Door elke lamp afzonderlijk aan te sluiten met een elektronische transformator zal de draaddoorsnede voor en achter de transformator klein gehouden kunnen worden. Daardoor is deze installatiemethode het meest aangeraden bij halogeenverlichting op zeer lage veiligheidspanning.