Crear actividad
Jugar Test
1. 
Wat is de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vis?
A.
2-3 maal per week
B.
5 maal per week
C.
1-2 maal per week
D.
200g per dag
2. 
Vis is rijk aan jodium. Wat is de functie van Jodium?
A.
Opbouw skelet en bloedstollingsprocessen.
B.
Vorming schildklierhormoon, groei en geestelijke ontwikkeling.
C.
Celopbouw en stofwisselingsprocessen.
D.
Geen enkel van de 3 mogelijkheden is juist.
3. 
Hoe komt het dat vis meer verteerbaar is dan vlees?
A.
Weinig bindweefsel.
B.
Veel bindweefsel, weinig vet.
C.
Veel vet, weinig bindweefsel.
D.
Weinig bindweefsel en weinig vet.
4. 
Welke vissen zijn zeevissen?
A.
forel
B.
haring
C.
zalm
D.
tonijn
5. 
Welke vissen zijn riviervissen?
A.
forel
B.
haring
C.
zalm
D.
snoek
6. 
Wat is een trekvis?
A.
Leeft in zoet water.
B.
Leeft in zout water.
C.
Leeft zowel in zoet als zout water.
D.
Een vis die zich van niet aantrekt.
7. 
Kabeljauw, wijting en tonijn zijn voorbeelden van...
A.
vette vis
B.
gemiddeld vette vis
C.
magere vis
8. 
Zalm, paling en haring zijn voorbeelden van...
A.
Vette vis
B.
gemiddeld vette vis
C.
magere vis
9. 
Wat zijn kenmerken van verse vis?
A.
Ogen bol, blinkend en helder.
B.
Visvlees niet meer zo vast aan de graat.
C.
Kieuwen donkerrood en slijmvrij.
D.
frisse, aangename geur.
10. 
Vis bederft sneller dan vlees. Hoe komt dit?
A.
Andere vastheid.
B.
Visvlees is droger.
C.
Visvlees is vochtiger.
D.
Vis bevat meer bindweefsel.
11. 
Welke tips kan je toepassen voor het bewaren van vis?
A.
Schoonmaken en op een bord in de koelkast leggen.
B.
Schoonmaken en verpakken in een goed sluitende doos en dan in de koelkast leggen.
C.
Invriezen of op ruw ijs leggen.
D.
Best de dag van aankoop bereiden.
12. 
Welke bewaarmethode kan je niet toepassen bij vis?
A.
Olie of azijn toevoegen.
B.
roken
C.
drogen
D.
Je kan ze allemaal toepassen.
E.
invriezen