Crear actividad
Jugar Test
1. 
Wordt de werknemer beïnvloed door zijn werkomgeving?
A.
Ja
B.
Neen
2. 
Op wat heeft de omgeving invloed?
A.
prestatie en gevoel
B.
contact tussen collega's
C.
hoe vaak de werknemer ziek is
3. 
Hoe noemt men een kantoor waarin plantjes, afbeeldingen, ... zijn aangebracht?
A.
een feel-good kantoor
B.
een landschapskantoor
C.
een verrijkte ruimte
4. 
wat bedoelt men met de 'aanmoedigende ruimte'?
A.
een kantoor waar de werkgever een bandje ingesproken heeft met bemoedigende woorden voor de werkgever
B.
een ruimte waar de werknemer materiaal ter beschikking krijgt en het kantoor hiermee zelf mag inrichten
C.
een ruimte waar je met collega's samenzit en je elkaar kan aanmoedigen
5. 
welke taak moeten de proefpersonen in elk kantoor uitvoeren?
A.
het kantoor beoordelen waar ze zich in bevinden
B.
gewoon hun eigen werk
C.
facturen sorteren en letters doorstrepen
6. 
heeft de kantooromgeving invloed op de werkgever?
A.
ja
B.
Neen
7. 
in welke kantoren ging het uitvoeren van de opdrachten het snelste? (duid twee antwoorden aan)
A.
het kantoor dat ze zelf mochten inrichten
B.
het sobere kantoor
C.
het kantoor dat ze eerst zelf mochten inrichten maar daarna werd aangepast
D.
het verrijkte kantoor
8. 
in welk kantoor werden de opdrachten het meest correct uitgevoerd?
A.
het sobere kantoor
B.
het kantoor dat ze zelf mochten inrichten
C.
het verrijkte kantoor
D.
het kantoor dat ze zelf eerst mochten inrichten en nadien aangepast werd
9. 
wat geeft de professor mee als tip?
A.
om de kantoren zo sober mogelijk te houden
B.
om kantoren aangenaam aan te kleden en indien mogelijk de werknemer zelf te laten inrichten
C.
kantoren aankleden
D.
kantoren dagelijks veranderen van inrichting