Crear actividad
Jugar Test
1. 
1. In welk land is oom Trotter volgens de tekst zeker nog niet op reis geweest?
A.
Sri Lanka
B.
Indonesië
C.
Rusland
D.
Bulgarije
E.
Tibet
F.
Mexico
2. 
2. Welke ordening gebruikt oom Trotter voor zijn verzameling?
A.
Hij houdt alles alfabetisch bij.
B.
Hij houdt alles per werelddeel bij.
C.
Hij ordent zijn spullen volgens wanneer hij ze gekregen heeft.
D.
Hij heeft geen ordening. Alle spullen liggen door elkaar.
3. 
3. Welke bedoeling heeft de schrijver zeker niet? Kruis alle mogelijkheden aan.
A.
Wil hij mij zeggen wat en hoe ik iets moet doen?
B.
Wil hij mij aanzetten tot actie?
C.
Wil hij mij over de wereld vertellen?
D.
Wil hij zijn mening weergeven?
E.
Wil hij mij amuseren?
F.
Wil hij mij laten nadenken.
4. 
4. r. 75 - 77: Hij draaide het kostbare beeldje terug in het vergeelde krantenpapier en nam een klein kistje. Welke woorden uit de zin kunnen een meervoud en een verkleinwoord hebben? Schrijf de woorden gewoon na elkaar. Bv. appel neer lief
5. 
5. r. 75 - 77: Hij draaide het kostbare beeldje terug in het vergeelde krantenpapier en nam een klein kistje. Schrijf de zin opnieuw, maar zonder de bijvoeglijke naamwoorden.