Crear juego
Jugar Test
1. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
kijken
B.
rijden
C.
vliegen
2. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
dan
B.
eerst
C.
natuurlijk
3. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
aangenaam
B.
erg
C.
leuk
D.
prettig
4. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
overdag
B.
's nachts
C.
vandaag
5. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
excuseer
B.
gewoon
C.
pardon
6. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
dadelijk
B.
onmiddellijk
C.
straks
7. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
dik
B.
dun
C.
mager
8. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
citroen
B.
duif
C.
sinaasappel
9. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
plezant
B.
plezierig
C.
prachtig
10. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
boeiend
B.
interessant
C.
saai
11. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
bewolkt
B.
grijs
C.
helder
12. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
de bank
B.
het blad
C.
het tapijt
13. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
bloeden
B.
kleuren
C.
vliegen
14. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
de bos
B.
de ruiker
C.
het blad
D.
het boeket
15. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
de herfst
B.
de lente
C.
de zomer
D.
het seizoen
16. 
Welk woord past niet in de rij?
A.
de bloeddonor
B.
de bloemist
C.
de blondine
D.
de leugenaar
E.
de romantiek