De server waarop een website staat. Deze moet dag en nacht beschikbaar zijn, anders is de website niet beschikbaar.
Als je wil inloggen op de computer heb je een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Deze server controleert of je toegang krijgt tot het netwerk. Krijg je toegang (ben je gebruiker?) dan krijg je bepaalde rechten. bv. je mag in een map op het netwerk lezen en schrijven, in een andere map mag je enkel lezen, je mag bepaalde software en printers gebruiken, …
De server waarmee de printer(s) verbonden zijn. Alle computers in het netwerk kunnen deze gemeenschappelijke printer(s) gebruiken. Dit heeft als voordeel dat er slechts 1 printer moet aangekocht worden in plaats van meerdere printers. Veel moderne printers hebben er eentje ingebouwd.
De server waarop alle (oefen)bestanden staan. Vanop elke computer in het netwerk kun je aan deze bestanden. Ze worden centraal bijgehouden. De server zorgt ervoor dat de bestanden overgebracht worden naar de client.
Een server die verantwoordelijk is voor het verwerken van e-mail. Het zorgt voor de distributie van de berichten. Naast het transporteren van e-mail heeft deze server nu ook vaak als taak de e-mais te controleren op virussen, en om ze indien nodig te markeren als spam (ongewenste e-mail).
Fileserver
Mailserver
Printserver
Webserver
Centraal gebruikersbeheer
