In de stad werd de huisvestingssituatie problematisch. Wat waren de drie grote bekommernissen die leidden tot het nationaal woningonderzoek (1843-1846) en de hygiënische congressen (1851-1852)?
A.
vrees voor epidemieën
B.
vrees voor sociale onlusten
C.
bekommernis om het welzijn van de arbeidersklasse
D.
bekommernis om het zedelijk peil van de arbeidersklasse
2.
Geef kort het voornaamste gedachtengoed van Le Grand Hornu weer.
A.
De arbeiders waren verplicht een eigen tuintje te onderhouden.
B.
De kinderen moesten verplicht naar school, lang voor de schoolplicht werd ingevoerd.
C.
Vrouwen moesten ook verplicht gaan werken.
D.
Naarmate de arbeider ouder werd, kreeg hij een grotere woning toegewezen.