De
staatsmacht
is
in
België
verdeeld
over
drie
machten
:
de
wetgevende
,
de
uitvoerende
en
de
____________________
macht
.
Elke
macht
controleert
en
beperkt
de
andere
machten
.
Dit
principe
van
de
____________________
____________________
____________________
staat
echter
niet
uitdrukkelijk
in
de
grondwet
en
is
ook
niet
absoluut
.
De
federale
wetgevende
macht
maakt
de
____________________
en
controleert
de
____________________
macht
.
Ze
wordt
uitgeoefend
door
het
____________________
en
de
____________________
.
Het
parlement
bestaat
uit
twee
kamers
,
de
____________________
en
de
____________________
____________________
____________________
.
De
federale
uitvoerende
macht
____________________
het
land
.
Ze
zorgt
ervoor
dat
de
wetten
in
concrete
gevallen
worden
toegepast
en
nageleefd
.
De
uitvoerende
macht
wordt
uitgeoefend
door
de
____________________
en
zijn
____________________
van
____________________
en
staatssecretarissen
.
De
____________________
macht
doet
uitspraak
over
geschillen
en
wordt
uitgeoefend
door
hoven
en
____________________
.
Ze
controleert
ook
de
wettelijkheid
van
de
daden
van
de
uitvoerende
macht
.
De
scheiding
der
machten
geldt
ook
op
het
niveau
van
de
____________________
en
de
____________________
.
Ze
hebben
elk
een
aparte
wetgevende
en
uitvoerende
macht
.
De
rechterlijke
macht
wordt
echter
voor
de
____________________
____________________
,
de
gemeenschappen
en
de
gewesten
door
dezelfde
instanties
uitgeoefend
.