Moeder
____________________
(
branden
t
.
t
.
)
haar
vingers
aan
de
hete
pan
.
Moeder
____________________
(
branden
v
.
t
.
)
haar
vingers
aan
de
hete
pan
.
De
moeders
____________________
(
branden
v
.
t
.
)
hun
vingers
aan
de
hete
pan
.
De
bejaarde
man
____________________
(
rusten
t
.
t
.
)
uit
op
een
bankje
in
het
park
.
De
bejaarde
man
____________________
(
rusten
v
.
t
.
)
uit
op
een
bankje
in
het
park
.
De
bejaarde
mannen
____________________
(
rusten
v
.
t
.
)
uit
op
een
bankje
in
het
park
.
.
De
leerling
____________________
(
beantwoorden
t
.
t
.
)
de
vragen
uit
het
taalboek
.
De
leerling
____________________
(
beantwoorden
v
.
t
.
)
de
vragen
uit
het
taalboek
.
De
leerlinge
____________________
(
beantwoorden
v
.
t
.
)
de
vragen
uit
het
taalboek
.
De
fietser
____________________
(
wachten
t
.
t
.
)
voor
de
gesloten
overwegbomen
.
De
fietser
____________________
(
wachten
v
.
t
.
)
voor
de
gesloten
overwegbomen
.
De
fietsers
____________________
(
wachten
v
.
t
.
)
voor
de
gesloten
overwegbomen
.