Crear actividad
Jugar Test
1. 
Wie was de farao?
A.
Bewaker van de vaste orde.
B.
Heerser over Opper- en Neder-Egypte.
C.
Legerleider.
D.
Alle bovenstaande functies.
2. 
Wie heersten er over de provincies?
A.
Een ambtenaar.
B.
Een priester.
C.
Een gouwvorst.
D.
De Adel. (Rijken)
3. 
Wat is de synoniem van een oud-Egyptische provincie?
A.
Een vizier
B.
Een rijk
C.
Een gouw
D.
Een gebied
4. 
Hoeveel gouwen had Egypte?
A.
50
B.
42
C.
48
D.
40
5. 
Wie stond er aan de top van de hiërarchie?
A.
De gouwvorst
B.
De farao
C.
De Adel
D.
De priesters